Vriendschap

podcast wolfgang C. Lupus

Wat heb je nu aan zo een beest, vroeg ik me luidop af.  Een brok vlees en spieren die heel de dag ligt lui te wezen aan je voeten, ofwel je met alle macht van boom naar struik sleurt om zijn gevoeg te doen.

“Vriendschap” antwoordde de man, “Je hebt geen idee hoeveel vriendschap zo een beestje je kan geven, nietwaar Blackie” voegde hij eraan toe terwijl hij de hond minzaam over de bol wreef.

Vriendschap, daar moest ik even over nadenken.  Vriendschap verondersteld twee geesten die elkaar stimuleren, plezieren en doen groeien.  Twee zielen die elkaar aanvoelen en beroeren.  Nu is wat mij betreft intelligentie geen maatstaf voor de kwaliteit van een wezen.  Maar enige vorm van intelligente communicatie moet toch mogelijk zijn om vriendschap te faciliteren.

Ik bekeek de man argwanend.   Neen, hoge academische graden zal hij nooit gehaald hebben.  Niet dat dit belangrijk is, maar ik vroeg me gewoon af of ik in mijn eigen domheid verzonken iets miste.  Het was een gewone man.  Slank, iets ouder dan ik maar energiek en helder.  Behoorlijk goed gekleed voor een wandeling met de hond door de bossen.

“Oh”, vroeg ik “verondersteld vriendschap niet een vorm van wederkerigheid?  Wat bieden jullie elkaar dan om die vriendschap vol te houden”?

De man lachte, alsof hij die domme vraag wel vaker voorgeschoteld kreeg. “Ik geef hem eten, een ren om in te slapen, wandelingen elke dag, meestal twee maal en hij mag thuis mee op de sofa.  Hij geeft me de vreugde van me enthousiast te begroeten telkens ik thuis kom.  Hij is lief, verdedigt me wanneer iemand me aanvalt.  Vergis u niet meneer, hij is een uitstekende waakhond” zo besloot hij.

Ik wilde het geloven, hij zag er gevaarlijk uit.

“Dus, Blackie zorgt voor bewaking, gedraagt zich een beetje als een betaalde maîtresse wanneer u thuis komt en neemt de tijd om met u te gaan wandelen?  Bovendien gehoorzaamt hij u ook nog.  Begrijp ik dat zo goed?  En in ruil krijgt hij eten is hij akkoord om in een hok van twee op twee te leven en zo nu en dan een aai over zijn bol”?

“U stelt het wel erg scherp meneer” antwoordde de man, iets minder vriendelijk nu.  We zaten samen op een bankje vlak voor het wandelbos bij ons achter.  Ik zag dat hij nog iets wilde zeggen, maar zich inhield.

Om ongemakkelijke stiltes te voorkomen besloot ik toch maar door te vragen, dit was immers interessant.  Maar de blik in zijn ogen maakte me duidelijk dat hij mij zag als een wolk op een zonnige dag.  Spreken is zilver, maar zwijgen is goud zo leerde mijn opa me.  Je kan dan wel zwijgen, maar het bleef een beetje door mijn hoofd spoken.

“Wat heeft zo’n beest dan aan een mens”? Vroeg ik me weerom luidop af.  De hond grolde een geeuw en gaf me een likje op mijn hand, alsof hij wilde zeggen, ‘stil nu maar, het is allemaal niet zo belangrijk.

En dat begreep ik beter dan de woorden van de man.  Ik denk dat ik me ook maar eens zo een beest ga aanschaffen.

podcast wolfgang C. Lupus

Liever luisteren dan lezen? Volg de podcast

Podcast ook beschikbaar via

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Terug naar boven